Onderwijzeres voor de klas op een school in Roozendaal, jaren '50.
dissertations
previous arrow
next arrow

Recent onderzoek suggereert dat uitgebreide aandacht voor grammatica in lessen Frans/Duits/Engels/Spaans niet de winst oplevert die docenten ervan verwachten (zie, bijv., Rousse-Malpat 2019; Dönszelmann 2019; Piggott 2019). Één van de vervolgstappen is om te kijken hoe de regels die worden aangeleerd in de praktijk worden toegepast. Om dit te testen kies je een fenomeen waar uitgebreid aandacht aan wordt besteed in de grammaticalessen en stel je een authentieke opdracht op waarin deze regels toegepast moeten worden. I.p.v. leerlingen hier individueel aan te laten werken en enkel naar hun output te kijken zorg je ervoor dat ze moeten samenwerken en ook over hun keuzes praten. De gesprekken tussen de leerlingen neem je op en analyseer je. Dit laat je toe te evalueren in hoeverre aangeleerde regels worden toegepast en of het ook daadwerkelijk de regels waren die je docent in gedachten had.

  • Wat zijn de regels die de leerlingen aangeleerd krijgen voor het fenomeen dat je wil onderzoeken?
  • Waarop baseren leerlingen zich in grammaticale keuzes binnen authentieke opdrachten?
  • Als ze zich op regels baseren, komen deze dan overeen met de aangeleerde regels?
  • Wat zijn de implicaties van de antwoorden op vragen 2 en 3 voor de manier waarop grammaticaonderwijs bij jou op school wordt aangepakt?