Het uitvoeren van een onderzoek, ook wel de onderzoeksmethode, is afhankelijk van de onderzoeksvraag die opgesteld is. Er zijn verschillende onderzoeksmethodes die geschikt zijn voor talige of culturele onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan het analyseren van ingevulde enquêtes (kwantitatief onderzoek) het doen van interviews (kwalitatief onderzoek). Onder kwalitatief onderzoek vallen bijvoorbeeld ook het analyseren van literatuur (bibliografisch onderzoek) of het uitvoeren van observaties (etnografisch onderzoek).

  • Bepaal de functie van je onderzoek (beschrijvend, verklarend, toetsend);
  • Kijk wat voor soort onderzoek daarbij past? (experimenteel, veldonderzoek, literatuuronderzoek)
  • Observeren (aandachtig kijken naar een situatie of verschijnsel)
  • Bevragen/interviewen (om de achtergrond van een situatie of verschijnsel te achterhalen)
  • Analyseren van bronnen (bijvoorbeeld een (oude) tekst of beeld).
  • Bij observeren: meetapparatuur, scoreformulier, opname apparatuur.
  • Bij interviewen: enquête, voorbereide vragen om te stellen
  • Bij analyse: schema om naast tekst of beeld te leggen.
  • Pas geschikte instrumenten toe over eigen gegevens te beschikken.
  • Wees consequent in het toepassen van je instrumenten.
  • Zorg voor een goede analyse van de verkregen gegevens.
  • Beschrijvend (het op een geordende manier beschrijven van verschillende waarnemingen. Dit kan ook een vergelijkend onderzoek zijn (verschillen/overeenkomsten beschrijven)).
  • Verklarend (Het onderbouwen van een omschreven situatie aan de hand van gevonden theorie)
  • Toetsend (het testen van de omschreven situatie aan de hand van de gebruikte theorie)
  • Experimenteel onderzoek (onderzoek naar organismen en verschijnselen dat vaak plaats vindt in een laboratorium)
  • Veldonderzoek (onderzoek naar organismen en verschijnselen dat vaak plaatsvindt in de levensechte omgeving)
  • Literatuuronderzoek (onderzoeken van informatieve wetenschappelijke literatuur)